Albert Neuhuys (Utrecht 1844-1914 Locarno) had een grote invloed op de Larense School, vooral door het portretteren van de landelijke interieurs van het Gooi. Samen met Jozef Israëls speelde hij een belangrijke rol bij de ontdekking van het dorp Laren. Opgeleid aan de Antwerpse Academie omarmde Neuhuys aanvankelijk een romantische stijl, maar rond 1875 ging hij onder invloed van Jacob Maris over op een meer gematigde impressionistische benadering.
Zijn vader, die zich aanvankelijk verzette tegen Alberts wens om schilder te worden, vond het buitensporig terwijl drie andere zoons artistieke paden bewandelden. Albert vond werk in een lithografiestudio in Utrecht na de financiële problemen van het gezin. Toen het atelier failliet ging, zocht hij nieuwe wegen die uiteindelijk leidden tot de door hem gewenste kunstopleiding.
Neuhuys kreeg een opleiding aan de Stedelijke School voor Teken- en Bouwkunst Utrecht, gevolgd door vier jaar avondcursussen aan de Antwerpse Academie vanaf 1868. Bij terugkeer in Nederland woonde hij aanvankelijk in Amsterdam, waar hij zich richtte op het schilderen van historische taferelen, portretten en interieurs. .
In 1872 verhuisde hij met zijn tien jaar jongere vrouw Neeltje naar Den Haag. Neuhuys vond inspiratie in en rond het vissersdorpje Scheveningen, met romantische koppels die wandelen, liggen in de duinen of praten bij een raam. Zijn schilderij van een verliefd jong stel, tentoongesteld op de tentoonstelling "Leevende Meesters" in Amsterdam in 1880, was een groot succes.
In navolging van Jozef Israëls verhuisde Neuhuys in 1883 naar het pittoreske Laren, waar hij in het huis naast Anton Mauve ging wonen. Te midden van de opkomst van de industrie zochten Neuhuys en zijn tijdgenoten naar ongerepte natuur. Zijn interieurs verschoven van welvarende stadswoningen naar afbeeldingen van lokale boeren in de traditionele kledij van Laren: mollige boerenvrouwen en spinners met roze wangen, met tevreden en goed gevoede kinderen. Hij ontwikkelde een gematigde impressionistische schilderstijl, maar onthield zich van de krachtige en actieve dramatisering die typerend is voor het impressionisme en koos ervoor de realiteit van het leven niet overdreven te accentueren.
In 1900 verhuisde Neuhuys naar Amsterdam, destijds het culturele centrum van het land, maar bleef Laren regelmatig bezoeken om zijn beroemde interieurs te creëren. Ondanks zijn eerdere reizen door Europa, kreeg hij pas in 1904 erkenning in Nederland, wat hem aanzienlijk succes opleverde. Zijn werken werden zo populair dat kopieën in het buitenland als echte Neuhuys-originelen werden verkocht.
Tussen 1904 en 1910 maakte hij diverse reizen naar de Verenigde Staten, waar hij hartelijk werd ontvangen vanwege de populariteit van zijn interieurtaferelen. Nadat hij in 1914 naar Locarno was verhuisd, overleed hij plotseling. Arti et Amicitae eerde hem met een grote herdenkingstentoonstelling en er werd een weg in Laren naar hem vernoemd.