Willem Bastiaan Tholen (Amsterdam 1860-1931 Den Haag) was een zoon van een kunstschilder (en later) kunsthandelaar. Hij groeide op te Kampen in een artistiek milieu en genoot zijn opleiding aan de Rijksakademie in Amsterdam tot leraar tekenen. Daarna diepte hij zich aan de Polytechnische School in Delft tot het rechtlijnig tekenen. Hij kreeg onder anderen Paul Joseph Constantin Gabriël en Adolf le Comte. Hij werd eerst tekenleraar in Gouda en daarna ondermeer in Kampen, maar echt leuk vond hij het leraarschap niet. Liever schilderde hij zelf en trok erop uit met Paul Gabriel.
Tholen is bekend om zijn waterlandschappen. Hij legt ze in de omgeving van Kampen en Giethoorn uitgestrekt, vanaf het land, maar ook vanaf het water. In Enkhuizen laat hij zijn Lemsteraak de 'Eudia' bouwen, waarmee hij talloze tochten maakt in het Hollandse plas- en rivierenlandschap. Ook is hij bekend om bos-, stads- en strandgezichten in een losse schildertrant en een kleurrijk, helder palet. Ook maakt hij vele portretten van de kinderen van Bram Arntzenius als hij op de Ewijkshoeve woont en waar het komen en gaan was van kunstenaars van de Tachtigers. Hier ontmoet hij ook zijn vrouw.
Hij bouwt met zijn werken voort op het werk van de schilders van de Haagse School, maar hij geeft er zijn eigen draai aan. Zijn werk is kleurrijker en divers maar weer ingegetogener dan de schilders van de Amsterdamse School.