Subscribe to our newsletter

Taal

Expressionistische Constant Permeke

Expressionist Constant Permeke - Lyklema Fine Art

 

Constant Permeke (Antwerpen 1886-1952 Oostende) was een van de belangrijkste Belgische schilders & beeldend kunstenaars in zijn tijd. Vooral door zijn vernieuwende expressionistische stijl.  Zijn vader Henri Permeke was een verdienstelijk zee- en landschapsschilder en restaurator van schilderijen. Constant kreeg dan ook zijn eerste kunstonderricht van hem en hielp mee in het atelier. Later maakte het gezin zeereizen tot zijn vader de eerste conservator van het Stedelijk Museum voor Schone Kunsten werd. In zijn Oostendse jeugd volgde Permeke van 1903 tot 1906 de academie te Brugge, maar veel stak hij er niet op.

 Tijdens zijn diensttijd in Gent leerde hij Frits Van den Berghe, Gustave De Smet, Henri Puvrez, Léon De Smet, de kunsthistoricus André de Ridder en de criticus Paul Gustaaf Van Hecke kennen. Sterk onder de invloed van "de prins van het Vlaamse luminisme" Emile Claus vestigen de groep vrienden zich te Sint-Martens-Latem.

 In maart 1908 mocht Permeke uit het leger en keerde hij terug naar Oostende. Ook Gust De Smet kwam naar Oostende, en het tweetal betrok samen een herbergkamer in de Kaaistraat. Geconfronteerd met het rauwe, harde vissersleven van die tijd, namen ze afstand van het lichte coloriet van Emile Claus, om de emoties die een tafereel op riep, in hun werken beter te vangen. Het expressionisme van België was geboren.  

 In de lente van 1909 trok Permeke weer naar de Latemse vrienden, maar schilderde vooral met Albert Servaes. De wederzijdse invloed in die tijd was zo sterk dat heel wat werken van de twee schilders bijna niet van elkaar te onderscheiden zijn in een zware en pasteuse toets. Servaes kon overigens toen al doorgaan als de "Vader van het Vlaamse expressionisme". Permeke nam in die tijd deel aan de Salon Internationale de Liège, waar ook werken van Monet, Renoir en zelfs van de vroege Picasso hingen. In 1911 werd hij al toegelaten tot de jaarlijkse Salon van Kunst en Heden in Antwerpen.

 In 1912 trouwde Constant Permeke met Maria Delaere uit Poperinge, zijn "Marietje". Het koppel vestigde zich in de Vuurtorenwijk te Oostende. Léon Spilliaert werd hier zijn naaste buur; de twee wisselden artistiek gezien veel uit. Hier ontstond ook de eerste doorbraak van het Permekiaanse expressionisme in al zijn emotionele geladenheid: dof gehouden tonaliteit, brutale vormgeving en gedurfde vervormingen. Het vaak gebruikte zwart gaf volgens hem aan Permeke's schilderijen de draagkracht, waaruit hij als het ware zijn figuren geboren liet worden. De kleur stond ook voor de verbondenheid met de aarde.

 Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd Permeke opgeroepen voor het leger. In 1918 keerde hij terug in Oostende en later in Devonshire, Engeland. Ook hier schilderde hij het landschap en de bevolking, zoals boeren en vissers, als grove massieve figuren in een sober palet. Uit deze schilderijen spreekt een bijzonder vreugdeloze sfeer.

In april 1919 keerde het gezin Permeke, met intussen drie kinderen, terug naar het visserskwartier in Oostende waar Gustave De Smet en Frits Van den Berghe - teruggekomen uit Nederland - zich bij hem voegden.

 Vanaf de jaren twintig veranderde zijn stijl onder invloed van Afrikaanse kunst; niet zozeer kubistisch maar wel geconstrueerd. De losse penseelstreken maakten plaats voor een strakkere stijl met gesloten contouren. Hierdoor werden zijn figuren nog massiever en bijna kolossaal.

 Tussen 1922 en 1924 trok hij ook regelmatig naar Astene, om er samen te schilderen met Frits Van den Berghe en worden de werken van de menselijke figuur abstracter en de schilderwijze weer losser. Toen in 1923 zijn derde zoon, Mattheus stierf had dit ook een weerslag op zijn kleurgebruik; hij werkte daarna hoofdzakelijk met zwart.

 In 1928 besloot Permeke om zich met het gezin definitief in Jabbeke te vestigen en vroeg zijn vriend Pierre Vandervoort om een huis voor te ontwerpen: "De Vier Winden". In Jabbeke domineerde in zijn werk nu 'de boer en zijn akker'. De werken van deze jaren zijn weer sterker geconstrueerd en groot van formaat met een bijna barokke kracht.

 In 1934 kreeg hij de volledige internationale erkenning tijdens zijn deelname aan de "Biënnale van Venetië". Ook in 1926 had hij reeds België vertegenwoordigd, samen met zijn vrienden Frits Van den Berghe en Gust De Smet, maar deze editie ging het vooral om Permeke zelf. Nadien stort hij zich bovenal op het beeldhouwen van de menselijke figuur, hetgeen niet verwonderlijk is, daar hij zijn figuren op zijn schilderijen al weergaf als beelden. Zijn stijl werd steeds gepolijster.

 De oorlogsperiode 1940-1944 werd voor Permeke, zowel menselijk als artistiek, een tragedie. Zijn zoon Paul werd door de Duitsers weggevoerd en zou de gehele oorlogstijd krijgsgevangen blijven. Moreel gesteund door Mevrouw d'Ydewalle hernam hij pas in 1950 enigszins zijn creatieve activiteit en maakte nog enkele prachtige schilderijen zoals “Het dagelijks brood" en “De dame met de rode handschoenen". Op voorstel van de Franse Fauvisme-schilder Maurice de Vlaminck maakte hij in de lente van 1951 samen met zijn zoon Paul een tiendaagse reis naar Bretagne, waarbij hij het bekende Pont-Aven van Paul Gauguin aandeed. Thuisgekomen maakte hij uit zijn geheugen zeven Bretonse landschappen. Na deze reis begon de kanker in zijn lijf op te spelen en stierf op 65-jarige leeftijd in het ziekenhuis te Oostende

Permeke had als wens dat na zijn overlijden zijn woonhuis en atelier opengesteld zou worden voor het publiek als een museum; de familie opende het vanaf 16 november 1952. Destijds bestond de boedel uit 121 werken van Permeke, maar deze is in de loop der jaren aangevuld met werk van onder andere Pierre Devos, Frits van den Berghe en Floris Jespers. Het Permeke museum is, samen met het Ensorhuis, een satellietmuseum van het Mu.ZEE in Oostende.

1921 Haven van Oostende
1921 Haven van Oostende
1928 Heldere Marine
1928 Heldere Marine
Portret Frits van den Berghe
Portret Frits van den Berghe
Schilderij uit collectie Boijmans
Schilderij uit collectie Boijmans
1950 Gulden Landschap
1950 Gulden Landschap
1950 Dagelijks Brood
1950 Dagelijks Brood
Ziestere-Kroller Müller
Ziestere-Kroller Müller

 

 

Vorig artikel Volgend artikel