Ger Lataster (1920-2012) was een Nederlands kunstschilder uit Maastricht die in Amsterdam groot werd en die gerekend wordt tot het abstract expressionisme. Geïnspireerd door de CoBrA-beweging en het expressionisme van de vooroorlogse Duitse kunstenaarsgroep Der Blaue Reiter, ontwikkelt zijn stijl zich tussen 1946 en 1955 van een figuratief expressionisme en het fauvisme van Matisse en het Kubistische van Cezanne naar volledige abstractie. Zijn stijl sluit aan bij de Lyrische Abstractie, gekenmerkt door de expressieve en emotionele lading van kleur, en een spontane, poëtisch bewogen penseelvoering. Hij verwierf nationaal en internationaal bekendheid tijdens de hoogtijdagen van de Abstract Expressionisme in de jaren ’50 en ’60. Zijn uitdrukkingskracht doet niet onder voor dat van zijn tijdgenoten Asger Jorn, Karel Appel en Willem de Kooning.
Later komen soms weer figuratieve en ook geometrische elementen voor en gebruikt hij verschillende technieken en zelfs materialen zoals plastics. De “afstandelijkheid” t.o.v. van het onderwerp wordt groter en toeschouwer wordt minder direct opgenomen in een wereld met elkaar botsende en op elkaar ingrijpende kleuren en vormen.
Ger Lataster - Icarus motief 1957
Het contrast tussen naturalistische vormen en de abstracte context, suggereren gelaagdheid in tijd, ruimte en de symbolische gebeurtenis roepen een grote emotie op. Vanaf 1973 verdwijnt plastic weer uit Latasters werk en komt de nadruk op het contrasterende spel van geometrische vlakken met brekende vormen. Vaak zijn het spaden die omvorming en aantasting symboliseren. Het thema van de arbeid en vooral van het “scheppen” komt terug in vele werken.
Lataster, zoon van een mijnwerker, volgde de Kunstnijverheidsschool in Maastricht. Eind jaren 30 was het Jef Scheffers, de directeur van de Maastrichtse Middelbare Kunstnijverheidsschool, die Lataster wees op Henri Matisse en Paul Cézanne. Over die laatste kunstenaar zei Lataster later: “Het was alsof ik door de bliksem werd getroffen. […] Ik dacht, als er zoiets als het echte schilderen bestaat, dan is het dit.” Vervolgens ging hij door de oorlog niet naar Antwerpen maar naar Amsterdam waar hij van februari 1941 tot augustus 1946 aan de Rijksacademie van beeldende kunsten studeerde. Hij wordt gerekend tot de zogenaamde "Amsterdamse Limburgers", waartoe ook Pieter Defesche, Jef Diederen en Lei Molin behoren.
In 1963 stond Lataster met Mari Andriessen, Nic Jonk, Theo Mulder en Wessel Couzijn aan de wieg van de alternatieve kunstopleiding Academie '63 om tegemoet te komen aan de behoefte van jonge kunstenaars om een periode te werken met ervaren kunstenaars. In 1983 werd hij zelf docent schilderkunst aan de Rijksakademie. Zijn werk is te vinden in het stedelijk en het Bonefantenmuseum. Hij maakte onder meer de plafondschildering voor het Mauritshuis: Icarus Atlanticus.
Hij was gehuwd met de fotografe Hermine van Hall (1926-2009), een dochter van beeldhouwer Frits van Hall die in de oorlog werd gedood. Lataster was mede daardoor politiek geëngageerd. Aan het eind van zijn carriere schildert Lataster symbolische elementen, figuren en objecten. Muzen, bezems, cello’s paraplu’s en engelen worden verpersoonlijkt in de verbinding van een abstract-expressionistische stijl met een autonome betekenis. Een nieuwe, Latasteriaanse, variant van het expressionisme. Nog lyrischer.
Te Koop gevraagd unieke kunstwerken van Ger Lataster. Mocht u een werk aan of via ons willen verkopen stuur ons dan een mailtje svp: Femke@lyklemafineart.com