Het geselecteerde aantal overschrijdt de huidige voorraad
VERKOCHT
olieverf op doek
gesigneerd P. Moget en gedateerd '53 rechtsonder
Beeldmaat: 44 x 56,6 cm
Biografie Piet Moget
Moget (1928-2015) was enig kind en leerde op jonge leeftijd van Haagse School schilder Jan Blockpoel schilderen door als een assistent voor hem te werken. Hij was getalenteerd en werd alleen op 13-jarige leeftijd toegelaten tot de Academie van Beeldende Kunsten aan de Prinsessegracht; Hij was de jongste student ooit. Hij was al vroeg gefascineerd door Piet Mondriaan en zei op veertienjarige leeftijd over Jan Sluijters’ werk: "Wat we allemaal met licht kunnen doen”. In datzelfde jaar 1942 verkocht zijn eerste schilderij, "La Rue”.
Tijdens de oorlogsjaren werkte Piet Moget onder invloed van de Haagse School en probeerde verschillende technieken uit. Na wat reizen door Europa ging hij in 1946 naar de Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag met leraren als Paul Citroen (Dada, het Bauhaus en de Blaue Reiter) en Rein Draijer (Nieuwe zakelijkheid) werkte.
Moget werd echter meer nog meer aangetrokken door de stijl van Monet en vooral Pissarro, zoals blijkt uit de schilderijen die hij maakte tijdens een bezoek in 1948 van Saint-Rémy-de-Provence. In 1947 ontdekte Moget een schilderij van Geer van Velde ‘de Middellandse Zee’ uit 1946 die zijn leven zou bepalen en die van Geer van Velde maar dat was pas later. Begin jaren ’50 reisde Moget met Rudi Polder naar Lapland en hij zou jaarlijks in Zweden en exposeren ook met werk van andere kunstenaars. In 1952 vestigde hij zich met zijn vrouw in de Languedoc in het plaatsje Port-la-Nouvelle: “la Grange Basse” onder zeer precaire omstandigheden woonden, zonder water of elektriciteit. Toch voelde hij zich hier thuis.
Vanaf 1954 komt het mediterrane landschap meer en meer op de voorgrond in zijn werk. Hij plant zijn schildersezel rond “la Grange Basse”, dicht bij het kasteel Frescati, in de tuin van de Rieu, vlak bij het kerkhof van Port-la-Nouvelle. Trouw aan de lessen van de schilders van Den Haag en van Paul Cézanne, schildert hij zijn motief. Moget kan niet binnen schilderen; hij heeft iets nodig als houvast. De natuur is eigenlijk zijn meestervoorbeeld. In 1955 kwam Geer van Velde naar Cachan te komen om kennis te maken met Piet Moget. Zo ontstond een lange vriendschap. Moget beschouwde hem als zijn "spirituele vader".
In 1956 worden zijn 'eigen' kleuren steeds parelachtiger, iriserender. De contourvorm is steeds minder uitgesproken, de horizon is meer en meer aanwezig, de lucht wordt steeds belangrijker. Vanaf ongeveer 1956 nam Moget de gewoonte aan om aan de kade van Port la Nouvelle te gaan schilderen met een klein bestelbusje. Het centrale thema van zijn werk worden het kanaal, de dam, de zee en de ruimte. Vanaf het strand of de kade werkte hij vanuit zijn mini camper aan zijn schilderijen. De zee hoefde Moget niet rechtstreeks te zien. Slechts die dunne, nagenoeg onzichtbare lijn tussen land en lucht was voor hem genoeg om de atmosfeer te vangen op het doek. Het licht en het landschap zijn immers steeds anders, afhankelijk van de helderheid, de kleuren en het uur van de dag.
Van 1956 tot 1964 organiseerde hij in Languedoc-Roussillon "Les Rencontres rondom de Hedendaagse Kunst. Onder meer werken van Geer van Velde, Roger Bissière, Nicolas de Staël, Maurice Esteve, Charles Lapicque, André Lanskoy, Serge Poliakoff, Yves Tanguy, Fernand Léger, De cobra's en vele anderen bracht Moget bij elkaar. Later heeft Moget ook bijgedragen aan de oprichting van het centrum voor Hedendaagse Kunst in Sérignan met tentoonstellingen van Jacques Villon, Joan Miró en aan tentoonstellingen voor andere musea. Moget had er een neus voor.