Wilhelm Alexander Knip (Amsterdam 1883-1967 Blaricum) wordt gezien als een van de grotere schilders en tekenaars van de Larense School. Hij werd opgeleid aan de Kunstnijverheidsschool Quellinus tot decoratieschilder en in Haarlem bij Chris Lebeau. Om daar los van te komen ging naar Parijs. Hij vestigde zich in 1905 in Laren en reisde en in de jaren 20 door Frankrijk, Italië en Spanje; ook al om zijn werk- en afzetkanaal te vergroten.
Hij ontwikkelde een impressionistische stijl en zijn coloriet werd lichter en luchtiger. Hij schilderde, aquarelleerde en tekende in pastel landschappen, haven- en stadsgezichten.
Na de oorlog kreeg hij steeds meer succes met vooral zijn landschappen en dorpsgezichten, die hij makkelijk verkocht in binnen- en buitenland. Zo kon hij een huis laten bouwen met atelier in Blaricum aan de Torenlaan nr. 57 door architect H.C. Elzinga. Hij noemde het zelf “De Knip”.
Hij was lid van Arti et Amicitiae, de Kunstenaarsvereniging Sint Lucas en de Gooische Schildersvereniging. Hij exposeerde meerdere malen en won de Sint-Lucasprijs (1942) en de Arti-medaille (1953). Zelf gaf hij les aan Adri en Gretha Pieck en J.R.T. Philippi. Hij was slechts een jaar onderdeel van de club van Tien in Laren, in. het jaar 1918. Het Van Abbemuseum en het Singer Museum hebben werk van hem.