Jakob Nieweg (Hogebeintum, 1877 – Amersfoort, 1955) was, in de voetsporen van zijn (groot)vader, een Nederlandse predikant die vooral bekendheid kreeg als kunstschilder. Hij vroeg theologie in Groningen. In de avonduren volgden hij tekenlessen bij de Anna van Prooijen en HP Bremmer. Bremmer is een fervent aanhanger van de innovatieve tijdde Nederlandse kunstenaars als Vincent van Gogh, Jan Toorop , Johan Thorn Prikker, Piet Mondriaan, Floris Verster , Bart van der Leck en schilders van de Bergense School. Zijn verminderen zijn dan ook een openbaring voor de jonge Nieweg. Ook hij plakt in zijn werk een betekenisvol pointillisme wat verstilde, tijdloze voorstellingen opleverde.
Nieweg was achtereenvolgens predikant in Ter Apel, Winsum en Spankeren. Hier omvat hij een vriend met de schilder en criticus Just Havelaar , met wie hij veel buiten schilderde. In 1914 positioneerde Nieweg zijn ambt als predikant neer om zich in Bloemendaal geheel aan de kunst te wijden met financiële steun van zijn schoonvader. Zelf vond hij dat een logische stap; zowel achter de kansel als de schildersezel was het intense religieuze gevoel dat hem dreef. “Hoe je dingen naar de schoonheid kijken”, zei hij Bremmer na.
In 1917 werd hij lid van de Haarlemse kunstenaarsvereniging 'Kunst Zij Ons Doel' en het jaar daarna had hij zijn eerste solo-expositie in Rotterdam. Hij is nu ook bevriend met andere kunstenaars uit de kring rond Bremmer, onder wie Dirk Nijland , JA Zandleven en Charley Toorop.
Vanaf 1919 woonde hij in Amersfoort tot zijn overlijden in 1955. Nieweg schilderde (en maakte aquarellen) vooral landschappen, (bloem)stillevens en portretten die treffen door hun grote originaliteit en een ode zijn aan de natuur. Van Gogh was tegenzeggelijk een inspiratiebron maar Nieweg tegenover een geheel eigen stijl. In zijn beste werken bereikte hij een dromerig, soms een licht surrealistisch effect dat uitnodigt om aandachtig te kijken. Voorbeelden zijn pointillistische sneeuwgezichten, opgezet in ruimtelijke paarse en grijze tonen als verstilde voorstellingen van een groep huizen.
Hij werd in 1941 lid van de Kultuurkamer en kon niet meer tentoonstellen en verdragen weer actief als dominee en betrokken bij het verzet. Na de bevrijding was het artistieke klimaat in Nederland veranderlijk. De belangstelling voor zijn werk nam ook af.
Nieweg was lid en oprichter, samen met Toorop en Nijland, van De Brug, bestuurslid van Amersfoorts Kunstenaars Genootschap AKG en bestuurslid van Vereniging Vrije Kunstenaars. 'De Brug' was een kunstenaarsvereniging die een voor een breed publiek toegankelijk realisme voorstond en bracht ook litho's uit bijvoorbeeld. Hij was leraar van Elisabeth Catharina Bergsma (1902-1975). Nieweg moeilijk in 1904 ontmoette Neine Geertruida; Charley Toorop schilderde hun portret in 1927. Nieweg is vooral ook bekend geworden als adviseur van het echtpaar Kröller-Müller.