Berserik (Den Haag 1921-2002) zijn vader had een schoonmaakbedrijf (onder meer van het Gemeentemuseum) en was daarnaast schilder van stillevens. Hij volgde een opleiding aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag van 1939 tot 1944, waar hij les kreeg van onder anderen Willem Schrofer, Rien Draijer en Paul Citroen. Na de oorlog bezocht hij enkele malen Parijs, waar hij onder de indruk was van de kubisten en École de Paris. In 1951 reisde hij naar Algerije en Tunesië.
Het werk van Berserik stond onder invloed van Paul Citroen en Kees Andrea. Zijn werk wordt gerekend tot de Nieuwe Haagse School en behoort tot Haagse realisten. Aanvankelijk deed hij veel werk in opdracht zoals affiches, illustraties en reclames voor Philips, de PTT en de KLM. Ook maakte hij meer dan 300 boekomslagen van Louis Paul Boon, Willem Elsschot, Nescio en anderen. Berserik geldt namelijk als een van de belangrijkste Nederlandse grafici van de 20ste eeuw. Daarnaast heeft hij ook altijd geschilderd; hij noemt zichzelf een echte 'plakkaatverver'.
Berserik maakte meer dan 1500 schilderijen, zelfportretten, stillevens, stads- en zeegezichten en landschappen, maar ook de gevelbeschilderingen. In het begin kwam zijn stijl tot uiting in quasi-naïeve stadsgezichten. In de jaren vijftig ontstond de definitieve Berserik-stijl: de werkelijkheid van alledag, bevreemdend of humoristisch weergegeven. Van expressionistisch naar steeds realistischer.
Hij woonde en werkte van 1952 tot zijn dood in de tuinmanswoning van het landgoed de Voorde in Rijswijk. Van 1958 tot en met 1978 was Berserik docent aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten. In 1946 werd hij al lid van de Haagse Kunstkring en later de groep Verve (met Co Westerik, Theo Bitter e.a.), Vrij Beelden, en De Realisten. Vanaf 1963 was hij actief lid van de Pulchri Studio. Vooral zijn bijdragen aan het Pulchri-blad werden veel gelezen omdat ze praktische tips bevatten over het schildersvak. Verder was hij lid van de Nederlandse Federatie van Beroepsverenigingen van Kunstenaars te Amsterdam.
Werk van Berserik is ondermeer te vinden in Gemeentemuseum Den Haag, Museum Rijswijk
Rijksmuseum Amsterdam, Museum More en Museum voor Communicatie. Berserik kreeg een groot aantal onderscheidingen, onder meer de Koninklijke Subsidie voor de Schilderkunst en de Jacob Marisprijs. Hij huwde in 1947 met Hermine Françoise (Mien) Voûte. Uit dit huwelijk werden drie kinderen geboren waarvan er twee ook in het illustratie vak terecht kwamen.