Jaap Nanninga (Winschoten 1904 – Den Haag 1962) was een abstracte Haagse kunstenaar. Jaap volgde kunstopleidingen aan de Vrije Tekenacademie Pictura in Groningen en de Akademie van Beeldende Kunsten in Den Haag en de Rijksakademie in Amsterdam en was onder andere leerling bij Paul Citroen, Werkman en Jan Wiegers. Hij was bevriend met Piet Ouburg en Willem Hussem .
Om in het onderhoud te voorzien had Nanninga diverse baantjes als reclameschilder en sneltekenaar. Pas op latere leeftijd zou hij als 100% kunstenaar leven. Zijn eerste huwelijk werd ontbonden en vanaf 1936 leefde hij met paard en woonwagen een zwervend bestaan door Duitsland en Polen waar hij zijn tweede vrouw Maria Lange functies kennen. In de winter van 1943 op 1944 verliet hij zijn woning en nam hij zich op in het schildershuis en woonde samen met onder meer Paul Citroen, Willem en Theo Bouthoorn, Gerard Lutz en Hans Kroesen. De kunstenaars wisselen veel uit over de moderne Franse schilderkunst: het kubisme en fauvisme.
Zijn eerste solo-tentoonstelling had hij kort na de oorlog in 'Kunstzaal Les Beaux Arts' in Den Haag. Hij maakt reizen naar de Rivièra, waar hij in contact zou komen met het werk van Marc Chagall, Georges Braque, Georges Rouault en Vincent van Gogh. Daarna enkele keren in Parijs waar hij hospiteerde aan de Académie de la Grande Chaumière en werd opgeleid door Geer van Velde.
Nanninga hield van kleur en was dan ook gefascineerd door Karel Appel en de Amsterdamse 'Experimentelen' (later Cobra). Nanninga werkte echter met een matte verf die hij zelf samengestelde; het rood van Appel vond hij te fel. Zijn doeken voorbereidde hij eerst met een grondlaag met krijt waardoor alles er toe doet. Anton Rooskens en Appel bezochten Nanninga en Piet Ouborg vanuit Amsterdam om te kijken of zij zich aan wilden sluiten bij Cobra maar dat is nooit gebeurd.
In de oorlogsjaren was Nanninga nog niet toe aan abstractie, zoals de meeste Haagse kunstenaars om hem heen; hij vond abstracte kunst toen volgens zijn lerares Lydia Duif 'geen eerlijke kunst'. Omstreeks 1948-49 kreeg Nanninga contact met Willem Hussem en betekenis via hem geïnteresseerd in de primitieve kunst (vaak Afrikaans), waardoor zijn neiging tot abstractie wel werd versterkt.
Nanninga was een colorist die zocht naar een heel individualistische en poëtische beeldtaal. Oosterse mystiek en 'primitieve culturen' gaven hem inspiratie; veel van zijn schilderijen helaas dan ook titels die naar deze culturele verwezenlijking. Andere werken noemde hij Composities; die zoektocht naar de elementenkleur, lijn en vorm. Jaap was naast (glas)schilder maar ook monumentaal kunstenaar, textielkunstenaar, vervaardiger van mozaïeken en gouaches. Onderwerpen waren vaak (bloem)stillevens, dier- en figuurvoorstellingen, landschappen, abstracties en portretten.
Op initiatief van Nanninga werd er vanaf 1949 door een aantal experimenteel-ingestelde Haagse schilders in café 'De Posthoorn' geëxposeerd. Kunstenaars als Jan Roëde, Willem Hussem, Hans van der Lek, Gerard Verdijk, Dirk Bus, Nol Kroes, George Lampe, Jan Cremer, Lotti van der Gaag, Theo Bitter, Karel Bleijenberg, Kees van Bohemen, Jos van den Berg en natuurlijk Jaap zelf, krachtiger gratis blootstellen. In 1962 sloot de galerie haar deuren. Het werk van Nanninga werd in de jaren '50 componenten en abstracter geworden. Zijn abstracte werk bezit een stevige vormtaal met een wonderbaarlijke sfeer en zachte uitstraling.
Toen Nanninga in 1957 heel ziek was, ontdekte directeur van het Stedelijk Museum Amsterdam, Willem Sandberg, Nanninga en besloot direct tot het maken van een tentoonstelling van Nanninga's werk in het Stedelijk te maken die daarna in het Gemeentemuseum Den Haag werd vervangen. Ook internationaal begon hij toen door te breken; in 1958 deed hij samen met Gerrit Benner en andere Nederlandse kunstenaars mee aan de Biënnale van Venetië met 19 van zijn schilderijen en bezocht ook zelf de expositie. Het jaar erna nam hij samen met Appel en Corneille deel aan de Biënnale van São Paulo. Nanninga begon begin 1962 na een verkeersongeval, op 57-jarige leeftijd. Nanninga was lid van de Liga nieuwe beelden, van de Posthoorngroep in Den Haag en van Pulchri Studio in Den Haag.