Martin Monnickendam is geboren op 6 september 1874 in de Reguliersbreestraat in Amsterdam. Hij was de zoon van Meijer Monnickendam en Roosje Rippe.
Hij was in zijn tijd erg beroemd en bekend. Volgens liefhebbers hoort hij in het rijtje van Israëls, Sluijters, Breitner en Maks. ''Hij verkocht goed, het was een gevierde man.'' Monnickendam maakte veel kleurrijke stadsgezichten van Amsterdam. Hij was een snelle tekenaar en een colorist met een afzonderlijke persoonlijkheid.
Hij groeide op in welstand in een liberaal Joods gezin. Op zijn vijfde werd hij al van school gestuurd omdat hij alleen maar aan het tekenen was. Zijn eerste leraar was de heer Rust, een maritiem schilder. Lessen volgde hij ook op Felix Meritis. Op 16-jarige leeftijd ging hij in opleiding bij de Rijksacademie van Auguste Allebé. Onder Allebe was de Rijksacademie vrijer geworden maar nog steeds traditioneel in opleiding met een gedegen tekenopleiding als basis. Het was in de tijd van Breitner, Vaarzon Morel en Mondriaan. Duyant & Ansingh werden daar vrienden voor het leven. Monnickendam werd lid van Arte Amicitia, waar hij elk jaar ook exposeerde en van het Sint Lucas die losser was en breder georiënteerd. In 1895 ontdekte Martin in Parijs de etskunst. En maakte kennis met de schilders van Barbizon tijdens een wandeling van Parijs naar Fontainebleau en Moret Sur Loinge.
Na 1925 tot begin jaren 30 maakte hij vele reizen naar onder meer Italië tot dat de crisis uitbrak en ook Monnickendam zijn bijverdiensten moest uitbreiden met lesgeven en het maken van illustraties voor nieuwsbladen zoals De Amsterdammer. Zijn verfgebruik werd met de jaren vetter en dikker. In zijn hele oeuvre valt vooral zijn kleurgebruik op als een echte colorist. Rond de 1920 legde hij zich vooral toe op de aquarel. Veelal maakte hij op locatie een pastel die hij later dan uitwerkte. Ondanks dat hij de techniek die Breitner gebruikte door buiten foto’s te maken, werkte hij liever op deze manier samen met gedetailleerde aantekeningen om zijn werk op te zetten en uit te werken.
De schilder overleed aan het begin van de oorlog. Zijn werken bleven behoed voor plunderingen ondanks zijn Joodse afkomst. Na de oorlog zaten zijn, niet Joodse vrouw en dochters met zijn gigantische nalatenschap. Ze hoopten dat de tijd van interesse in het werk zou terugkeren, maar dat bleef uit. 30 jaar later zijn de werken gered door een stichting opgericht door notaris Van Helden die in 1973 en een catalogus van 4300 werken maakte en zorgde voor een tentoonstelling in het stadsarchief. Ook onder meer het Amsterdams Historisch Museum, het Joods Historisch Museum en het Rijksmuseum hebben schilderijen en tekeningen van de Amsterdamse schilder gekregen.
Monnickendam schilderde het leven van de grote stad met drukke straten, theaters en schitterende winkels in een krachtige impressionistische stijl. Ook is hij vermaard om zijn theaterinterieurs. Hij schilderde echter niet de toneelspelers, maar het publiek. Dat wilde minstens zo graag bekeken worden als de acteurs. Uitgedost in galakleding, kletsend, rokend, flirtend of schrijdend over de rode loper.
Publiek in het theater
Het boek Hommage van Monnickendam vind je hier