Theo Niermeijer was beeldhouwer, schilder, graficus, installatiekunstenaar en architect. Ook was hij een eigentijds mysticus. Hij volgde opleidingen in Amsterdam, Antwerpen en Warschau. Theo Niermeijer was een daadkrachtig man en een verwoed reiziger.
Eén van zijn ateliers bevond zich in het Amsterdamse stadsdeel Zeeburg, het vervuilde gebied naast het nieuwe IJburg. Een enorme lap grond met loodsen, auto´s in diverse staten van ontbinding, vrachtwagens en woonwagens. Honderden van zijn sculpturen stonden er binnen en buiten, tussen wrakken en brandnetels, geleund tegen bomen en muren.
De ijzeren dichter' werd hij wel genoemd. Metaal was zijn materiaal: zink en koper om etsen in te maken, roestvrij staal en geoxideerd (plaat)ijzer om beelden van te creëren. Niermeijers beelden zijn veelal abstract en gemaakt van sloopafval die hij vond tussen de restanten bij scheepswerven in de buurt. Net als zijn grote voorbeeld: de Amerikaans-Japans-Nederlandse kunstenaar Shinkichi Tajiri. De verwantschap was ook inhoudelijk met de inspiratie uit het boeddhisme.
Op zijn werf op het Zeeburgereiland bij Amsterdam en in het noord Franse dorpje Plomion assembleerde hij oud ijzer tot drie dimensionale beelden met symbolische en meditatieve ladingen, vaak met poëtische of raadselachtige titels die tot nadenken stemmen. De inwerking van tijd op het materiaal – roest – was voor hem een noodzakelijk expressiemiddel. Ook verwerkte hij metaal in zijn schilderijen en reliëfs. In karakteristieke ‘roesttekeningen’ komt de werking van regenwater op metaal en papier terug net als in het roest op zijn beelden.
Hij reisde veel en graag. Naar de V.S., IJsland, Noord-Afrika en het Midden-Oosten. Deze reizen hebben veel invloed op zijn werk gehad. Hij was lid van Liga Nieuw Beelden en de Nederlandse Kring van Beeldhouwers. Hij maakte ook reizen naar het Verre Oosten, waar hij onder invloed raakte van de Chinese en boeddhistische filosofie. Wat hij op zijn reizen zag en beleefde, verwerkte hij in zijn kunst. Theo was op zoek naar wijsheden die de weg naar de verlichting betekenden. ‘Zenboeddhisme is een onzichtbare hand die het denken stopt en die je helpt scheppen uit de oneindige zee van creatieve mogelijkheden. Het is absoluut noodzakelijk dat je veel werkt, liefst iedere dag om de stroom aan de gang te houden en om je ogen en handen te sturen.’