Kunstenaar en schilder Jan Sierhuis (1928-2023) groeide op in de jaren van de depressie. Zijn vader ontbrak toen hij twee was. In zijn vroege jeugd boetseerde en tekende hij al regelmatig en op zijn elfde maakte hij zijn eerste schilderij. Tijdens de Tweede Wereldoorlog schilderde Sierhuis voornamelijk stadsgezichten, die hij zelf in de stijl van George Hendrik Breitner vond passen. „Ik verkocht het een schilderijtje na het andere.” Ook schilderde hij naturalistische landschappen. Het stadsjochie bezocht de ambachtsschool om huisschilder te worden, waardoor hij veel materiaalkennis opdeed. In 1945 werd hij toegelaten op de avondopleiding van de Rijksakademie van beeldende kunsten, die hij na een conflict verliet. Sierhuis was een Amsterdammer in hart en nieren, een schilder die aan de werkelijkheid van zijn omgeving genoeg heeft om te schilderen.
Na de oorlog vóór hij zich tot een expressionistische schilder, beïnvloed door onder meer Van Gogh, Matisse en Picasso. Hij was in 1947 betrokken bij de Experimentelen en vanaf 1948 bij de CoBrA-groep. Hij was goed bevriend met leden van de Cobra-beweging, onder wie Karel Appel en Corneille maar leden van CoBrA vond hem te jong om zich officieel te sluiten bij de kunstbeweging. Sierhuis werkte vooral abstract, maar was figuratief dan Appel en Corneille.
"Zonder figuratie had ik nooit precies geweten waar ik het over moest hebben, een greep. Voor mij is het leven die jas. Van betrouwbare schilder ik. Nooit vanuit een formalisme of een theorie".
Later werd hij in 1962 medeoprichter van de Amsterdamse kunstenaarsgroep Groep Scorpio; "Angry Young men die het tentoonstellen anders wilden aanpakken. In die periode begon hij ook naam te maken; Willem Sandberg van het Amsterdamse Stedelijk Museum begon zijn werk te exposeren en ook aan te kopen wat in zijn eerste grote overzichtstentoonstelling aanwezig was in 1971. exposant hij al in Parijs, Mexico, Brazilië en Kopenhagen.
Na 1984 keert hij terug naar het romantische expressionisme, op grote formaten laat hij zich inspireren door de flamenco, die hem vooral boeien door het gevoel dat deze dans overbrengt. Deze dansen hebben alles van zijn schilderkunst: kleur, emotie, beweging en ritme. Hij bracht veel zomers door in Spanje waar een passie voor de flamenco ontstond en hij ook driedimensionaal ging werken. Hij heeft een breed oeuvre van schilderijen, gouaches, sculpturen, etsen, litho's en grafiek.
Jan Sierhuis gaf les aan Atelier '63 in Haarlem en later na 1983 aan de Rietveld Academie en de Rijksacademie te Amsterdam. Hij kreeg diverse prijzen en onder meer een eervolle vermelding bij de Prix de Rome. In 1990 had hij een tentoonstelling bij Delaive. In 1998 riep het Stedelijk Museum in Amsterdam een grote tentoonstelling samen ter ere van de Sierhuis' zeventigste verjaardag uit. In 2002 werd hij Officier in de Orde van Oranje-Nassau.